Veilig op kamp

Uit FOSwiki

Versie door WikiSysop (overleg | bijdragen) op 20 aug 2008 om 14:28

Scouting, dat is spelen en ravotten. Dat is soms scherp, zwaar en/of hard materiaal gebruiken. Dat is sporten, springen, dansen en sluipen. Daarbij kan het weleens voorvallen dat iemand een ongelukje tegenkomt. Een schram of een buil, een snee of een schaafwond zijn niet echt uitzonderlijk. Al die ongelukjes zijn meestal zonder erg. Ze maken daarenboven onlosmakelijk deel uit van ‘groot worden’.

Uiteraard moet je als leid(st)er steeds proberen om dergelijke zaken te vermijden door steeds oog te hebben voor ieders veiligheid. En als er dan toch iets gebeurt, dan moet jij – of iemand anders in de tak – weten hoe je ermee om moet gaan. Daarom is enige basiskennis van Eerste Hulp Bij Ongevallen geen overbodige luxe. Weten hoe je verschillende wondjes moet verzorgen, hoe je een teek moet verwijderen, welke zalfjes in de EHBO-koffer waarvoor dienen: het is allemaal kennis die je in je leid(st)erscarrière meer dan eens nodig zal hebben.

Die informatie over EHBO krijg je meestal met de paplepel ingegoten. Tijdens techniekenwerking leer je heel wat dingen en ook op school besteedt men er geregeld aandacht aan. Als je hier nog meer over te weten wil komen of je geheugen wil opfrissen, dan kan je een bezoekje brengen aan de website www.gezondheid.be. Als je nog verder wil gaan dan kan je over dit onderwerp heel wat specifieke vormingen volgen  Een aantal relevante vormingsinitiatieven rond dit thema invoegen

Veilig op kamp: de medische fiche

Een medische fiche is een klein medisch dossier van elke Bever-Zeehond. Het is een absolute must om een volledig en correct ingevulde medische fiche van alle Bevers-Zeehonden in je bezit te hebben vooraleer je op weekend of op kamp vertrekt.

In dit document verzamel je belangrijke informatie over de lichamelijke toestand van je leden.

• Hebben ze een allergie of een chronische aandoening zoals astma? • Hoe staat het met hun inentingen? • Wat met bedplassen of hyperventilatie? • Zijn ze onlangs ziek geweest? • …

De informatie die op de medische fiche staat, kan op crisismomenten van levensbelang zijn. Kijk er dus nadrukkelijk op toe dat ze goed wordt ingevuld en bewaar ze op een bereikbare, afgesproken plaats. Als er zaken zijn vermeld op de medische fiche die je niet kent, zoals aandoeningen of medicijnen, dan praat je hier best over met de ouders en de andere leid(st)ers, zodat iedereen de medische fiche begrijpt en kan gebruiken.


Hieronder vind je een voorbeeld van een medische fiche.


Privacy! Een medische fiche ligt niet voor iedereen ter inzage. Ze bevat immers persoonlijke gegevens. Na een kamp of weekend kan je al de medische fiches dus best vernietigen. Als je ze bewaart of ergens laat rondslingeren, loop je het risico dat al die persoonlijke gegevens in de openbaarheid komen.


De ongevalsaangifte

Wanneer een Bever-Zeehond een ongeval heeft waarbij er sprake is van lichamelijke of stoffelijke schade, dien je altijd het aangifteformulier in te vullen. Een eerste vuistregel is dus dat je een aantal aangifteformulieren bij je hebt vooraleer je er met de Bevers-Zeehonden op uit trekt. Net als bij de medische fiches bewaar je de ongevalformulieren best op een vaste, met iedereen afgesproken plaats. Hieronder vind je een voorbeeld van een aangifteformulier. Als je nog vragen hebt, kan je terecht op [email protected].  invoegen ongevalformulier

Vaak voorkomende problemen bij Bevers-Zeehonden

ADHD

Kinderen die lijden aan ADHD kunnen zich niet lang concentreren, zijn hyperactief/impulsief of combineren beide. Als leid(st)er, leerkracht of ouder is het niet steeds eenvoudig of met deze kinderen om te gaan. Ze zijn vaak lawaaierig of afwezig en zetten (ongewild) de boel op stelten door hun hyperactief gedrag. Ouders zien in scouting een uitlaatklep voor hun kind, waardoor je als leid(st)er ongetwijfeld vroeg of laat in contact zal komen met kinderen die aan ADHD lijden.

Waarschijnlijk zal het omgaan met deze kinderen heel wat vragen bij je oproepen. Op het internet zijn er enkele gespecialiseerde sites die je op veelgestelde vragen kunnen antwoorden:

www.gezondheid.be www.zitstil.be .

Je klikt er op de link naar ADHD of gebruikt de zoekfunctie. Je vindt er ook nog tal van links die verder ingaan op deze problematiek.

Interessante weetjes over ADHD:

  • Zoals eerder te lezen viel is structuur heel belangrijk voor je Bevers- Zeehonden. Kinderen met ADHD zijn nog veel meer gebaat met een duidelijke structuur met wederkerende patronen.
  • De ouders kunnen je zeker helpen. Zij gaan immers dagelijks om met hun kinderen. Vandaar dat hen als leid(st)er best betrekt bij je problemen.

Luizen – Neten

Bevers- Zeehonden met neten of luizen. Eerst één of twee, dan vijf en ten slotte iedereen, inclusief de leiding. Iedereen met de handen in het haar… letterlijk en figuurlijk? Heel waarschijnlijk klinkt dit je bekend in de oren… Over het wetenschappelijke aspect van de problematiek kunnen we je alweer doorverwijzen naar bovenstaande webstek. Wat is het verschil tussen, wat zijn de gevolgen, wat kan je eraan doen enz. Je leest het er allemaal.

Hieronder lees je nog enkele handige tips betreffende deze problematiek:

  • Controle voor kampen en op de eerste dag ervan kan veel onheil verhinderen

Luizen uitkammen neemt veel tijd in beslag, zeker als veel kinderen ze zitten hebben.

  • Er bestaan veel luizenproducten. Lees steeds goed de bijsluiter en contacteer eventueel de ouders alvorens een bever- zeehond ermee te behandelen… Vergeet ook niet alle medische fiches ten gronde door te nemen.
  • Ouders kunnen gerust aangesproken worden over deze problematiek. Je mag hen zeker vragen hun kinderen uitgebreid te behandelen voor ze naar de scouts komen (zeker in aanloop naar eventuele weekends of kampen).

Bedplassen

Bevers- Zeehonden plassen nog vaak in hun bed, en ook de grote boodschap gebeurt niet altijd op het toilet. Ook oudere kinderen en zelfs volwassenen kan dit nog overkomen. Binnen scouting krijg je zeker en vast te maken met zulke voorvalletjes, zeker bij de jongere takken. Veelal gaat het hem over ongelukjes, maar af en toe zit er een zekere frequentie in: Als een Bever- Zeehond elke nacht in zijn slaapzakje plast, is er waarschijnlijk meer aan de hand dan een ongelukje. Dit kan het gevolg zijn van een medische aandoening, maar op kamp kan dit ook plots opkomen, vaak is heimwee dan de oorzaak.

In zake deze problematiek verwijzen we opnieuw naar de bovenstaande websites, waar je veel antwoorden zal lezen op je vragen hier rond.

Vanzelfsprekend creëer je best geen taboesfeer rond de problematiek. Angstvallig verzwijgen zal het bedplassen zeker niet oplossen. Uiteraard moet je het ook niet breed uit smeren, want ook dit zal averechtse effecten hebben. Als leid(st)er kan je bijvoorbeeld na de eerste overnachting je eigen slaapzak wat nat maken met water. In de verzameling kan je dit dan tonen aan je bevers- zeehonden en zeggen dat dit dus ook grote mensen kan overkomen. Ze zullen ongetwijfeld hard lachen, maar je doorbreekt ermee de taboesfeer. De kindjes zullen sneller naar jou komen als ze een ‘ongelukje’ hebben gehad, ze zullen zich minder schamen.

Bij de Bevers- Zeehonden kan je dit ook best opnemen in een aparte rubriek op de medische fiche. Ook de ouders kunnen hierover best eens geraadpleegd worden, want bedplassen kan zeker iets eenmalig zijn op kamp, vanwege bijvoorbeeld heimwee.


Omgeving

Uitstapjes Een (dag)uitstap met Bevers- Zeehonden kan bijzonder leuk zijn, hoewel een goede voorbereiding zeker op zijn plaats is. Een dagje er tussen uit geeft Bevers- Zeehonden de kans andere horizonten te ontdekken. Hoewel ze zeer enthousiast kunnen zijn is een goede structuur ook hier weer gepast, dit geeft hen immers geborgenheid en veiligheid op soms onbekende plaatsen. Een dagje uit zorgt dus voor afwisseling wat op zich weer de kans vergroot dat meer kinderen zich aangesproken voelen. Het stimuleert de ontdekkingsdrang, de creativiteit en misschien ontdek je wel nieuwe talenten en vaardigheden bij je Bevers- Zeehonden.

Een dagje aan zee, een bezoekje aan de zoo, het zwembad of de kinderboerderij, een dagje pretpark, het zijn slechts enkele voorbeelden die Bevers- Zeehonden zeker zullen bevallen. Hierbij dient ook wel naar de kostprijs van zo een activiteit gekeken te worden. Gelukkig bestaan er vaak goedkopere tarieven om met jonge kinderen op stap te gaan, zeker in groepsverband (vervoer, toegangsprijzen). Uiteraard zullen maandelijkse uitstapjes de kostprijs van scouting snel de lucht in duwen, wat zeker een uitsluitings- factor kan zijn voor bijvoorbeeld minder gegoede gezinnen. Niet te veel betaalde activiteiten dus, en liefst goed gespreid over het scoutingsjaar. Kampen en weekends kosten immers ook centjes, en ook het uniform, de das, bottines etc. zijn allerminst kosteloos.

Belangrijk bij zulke uitstapjes is dus de organisatie:

  • Goed op de hoogte zijn van eventuele vervoersregelingen.
  • Duidelijke afspraken met de ouders betreffende start en einde activiteit.
  • Regelmatig de kinderen tellen.
  • Bijhebben van een EHBO- kit.
  • Beschikken over eventuele extra verzekeringen, ongevalformulieren en dergelijke meer.
  • Goede afspraken, zowel met de Bevers- Zeehonden als met de leidersploeg onderling.

bc map travo

Een dagtocht, een weekend, een bosspel, … Het aantal activiteiten dat je in een scoutsjaar organiseert, is niet bij te houden. Tijdens deze activiteiten ben je echter niet alleen verantwoordelijk voor het slagen van het spel maar je bent ook verantwoordelijk voor de veiligheid van je leden. Het is bijna niet uit te sluiten dat er af en toe een ongeluk gebeurt, je bent nu eenmaal met spelende kinderen bezig.

Kan ik persoonlijk aansprakelijk gesteld worden voor deze ongevallen? 1. Wat zegt de wet?

Als je al het mogelijke hebt gedaan om een ongeluk te voorkomen, hoef je je geen zorgen te maken. 

Dit staat geschreven in de wet onder organisatieplicht en toezichtplicht. Een woordje uitleg: 1.1 Organisatieplicht We hebben als leiding de wettelijke plicht om zoveel mogelijk de gevaren te voorzien en uit te sluiten. Dit betekent dat je wettelijk verplicht bent om bij de voorbereiding van elke activiteit voldoende aandacht te hebben voor mogelijke gevaren. Daarbij moet je de nodige concrete voorzorgen nemen.

Je moet JV/JG’s-Aspiranten leren omgaan met een zaag voor ze hem mogen gebruiken, de verkeersregels uitleggen aan de V/G’s-Juniors voor ze de straat op mogen, je gaat geen spel spelen langs een gevaarlijke baan, …
Organiseer elke activiteit zo, dat je alle mogelijke risico’s zoveel mogelijk uitsluit en zorg dat je dit op papier kunt bewijzen.  (Adhv je programma’s)

1.2 Toezichtplicht Als leiding ben je wettelijk verplicht om er actief op toe te zien dat je leden zichzelf of anderen niet in gevaar brengen.

Een bever die niet kan zwemmen, mag je niet zomaar in een diep zwembad laten springen. Op tocht met de welpen zorg je dat er iemand van de leiding vooraan en iemand achteraan loopt. Als leiding mag je niet dronken zijn tijdens de activiteiten of op andere momenten wanneer je verantwoordelijk bent voor je leden (vb. op kamp ook als de bevers slapen!), …

1.3 De goede huisvader De goede huisvader is een juridische term. Ze betekent dat je ‘het goed’ beheert naar best vermogen. ‘Het goed’ zijn in dit geval je leden. Anders gezegd: je gedraagt je zoals een goede huisvader of moeder voor zijn/haar gezin zou zorgen. Dit betekent dat je altijd verantwoordelijk moet optreden als leiding, en dat je te allen tijde de wet moet respecteren.

Zorg dat je dagtochten goed zijn voorbereid, dat je in je auto niet meer dan het maximum toegelaten aantal passagiers meeneemt, …

1.4 Wat als het fout loopt? Wanneer je geen rekening houdt met de toezicht- en organisatieplicht en als je daardoor een ongeval veroorzaakt kan je strafrechtelijk aansprakelijk bevonden worden. Je kan dan zelfs veroordeeld worden tot het betalen van een boete en/of tot een correctionele straf. In de realiteit gebeurt het bijna nooit dat jeugdleid(st)ers vervolgd worden en als dit wel gebeurt gaat het meestal om heel erg zware fouten. Weet dat FOS Open Scouting je rechtsbijstand biedt, ook bij een fout of nalatigheid. Er is één uitzondering: er mag geen opzet, zoals dronkenschap, crimineel gedrag of middelengebruik, in het spel zijn. 1.5 Leider – takleider – eenheidsleider Of je nu beverleid(st)er of eenheidsleid(st)er bent, je bent aan dezelfde regels gebonden. Je bent verantwoordelijk voor het toezicht en de organisatie van je activiteiten. Het voornaamste verschil is dat je verantwoordelijk bent voor andere activiteiten. Een leid(st)er is verantwoordelijk voor de spelen die hij speelt met zijn tak; een eenheidsleid(st)er is verantwoordelijk voor de hele eenheid. Dit betekent dat een eenheidsleid(st)er op de hoogte moet zijn van de spelen die de verschillende takken spelen, hij/zij moet zijn leiding correct informeren over vb. de verkeersregels. 1.6 Verzekeringen Alles wat je wil weten over de FOS-verzekering vind je op www.fosopenscouting.be.[1]

Hoe kunnen we de veiligheid nu optimaliseren voor onze kinderen?

2. Veiligheid en preventie in praktijk 2.1. Veiligheid in en rond het lokaal Het meest voorkomende ongeval is vallen. Vallen door een duw van anderen, door te struikelen over een voorwerp maar ook vallen van een bepaalde hoogte of een ongeval met een vallend of geworpen voorwerp. Meestal gaat het om niet ernstige ongevallen. De meest ernstige ongevallen worden veroorzaakt door snijdende of stekende voorwerpen. Om dit te voorkomen kunnen we als leid(st)er preventief optreden.

 Laat geen dingen rondslingeren waar Bevers-Zeehonden, Welpen of JV/JG’s-Aspiranten gemakkelijk kunnen mee gooien.  Houd snijdende en stekende voorwerpen uit de buurt van jonge kinderen als er geen begeleiding bij is (schaar, glas, mes, ...). Wees altijd voorzichtig met zulke voorwerpen.  Zorg ervoor dat de omgeving van het lokaal niet op een bouwwerf lijkt. Ruim na de activiteiten alles netjes op. Zo vermijd je al heel wat nodeloze risico’s.  Wees op je hoede wanneer een van de leden op het dak van het lokaal kruipt voor het afhalen van ballen. - Wat de inrichting van het lokaal betreft, houd je er best rekening mee dat ‘verwarming’ reeds heel wat ongevallen heeft veroorzaakt. Brandenwonden en vergiftiging door gassen (CO / koolstofmonoxide) ten gevolgen van een slechte afvoer van de verbrandingsgassen of door een slechte zuurstoftoevoer waardoor de verbranding vertraagt, zijn daar duidelijke voorbeelden van. - Zorg voor een goede elektrische installatie en voorkom overbelasting van de leidingen. - In het lokaal worden ook wel eens producten gebruikt waarin chemische stoffen verwerkt zijn. Houd ze achter slot en grendel, uit de buurt van jongere kinderen. In vele gevallen waarschuwt een etiket ons voor de aard van het gevaar. Noteer op een lijst de betekenis van deze etiketten.  Zorg er steeds voor dat een “uitgebreide” EHBO-koffer aanwezig is en dat elke verantwoordelijke precies weet waar die te vinden is. Vul deze koffer steeds tijdig aan. Er kan best regelmatig een sessie EHBO gehouden worden met het hele leidersteam.  Zoals in elke school en elk openbaar gebouw kan je zorgen dat er in elk lokaal een evacuatieplan voorhanden is.  Spreek een duidelijk alarmsignaal af.  Zorg voor een goede plattegrond met aanduiding van alle nooduitgangen.  Beschrijf in verstaanbare bewoordingen voor jong en oud de richtlijnen die een vlotte evacuatie mogelijk maken.  Schenk aandacht aan de brandblussers, deze moeten jaarlijks gecontroleerd worden door een erkend bedrijf. - Test jaarlijks één of tweemaal het evacuatieplan op een ernstige manier uit. 2.2. Veiligheid op kamp Zeker op een kamp, waar er weinig bekendheid met het terrein is, is het risico op ongevallen sterk aanwezig. Terreinverkenning vooraf met alle aanwezigen is dus heel belangrijk. Natuurlijk speelt het eigen karakter van de verschillende kampactiviteiten ook een rol: bosspel, aanleren van technieken, tochten, nachtspel, kampvuur, … Spel en avontuur spelen een grote rol op kamp. Daarvoor gaan kinderen en jongeren mee! Denk er toch wel aan dat een ongeval op kamp doorgaans ernstiger is dan een ongeval tijdens activiteiten in en rond het lokaal. Men komt in aanraking met andere risicosituaties.

Water In dit verband staan zeescouts veel vaker voor risicosituaties. Daartegenover kunnen we stellen dat zij meer vertrouwd zijn met deze risicosituaties. Maar toch, het niet juist inschatten van de diepte van een rivier of een meer, uitstekende rotspunten, rotsachtige ondergrond, een plots verschil in diepte, stroming, ... zijn ontelbare risicofactoren die dramatische gevolgen kunnen hebben. Eens te meer geldt hier de regel: vooraf verkennen!

Vuur We kennen allemaal de gezelligheid van het kampvuur. Niemand zou het willen missen en iedereen is zich wel degelijk bewust van het risicovolle karakter. Maar elk jaar opnieuw doen zich ongevallen voor, te wijten aan onvoorzichtigheid met brandwonden tot gevolg. Ons eigen potje koken heeft ook gevaren. We moeten uitkijken voor de vele risicofactoren (bv: kookvuur zelf, spetterde boter of olie, kokend water,…) In beide gevallen moeten we als leid(st)er wijzen op de gevaren en voorzichtig te werk gaan.

- Hou altijd toezicht bij je kinderen aan het vuur. Zowel bij kampvuren als kookvuren. - Zorg voor blusmogelijkheden. Een brandblusser of een grote bak met water.

Materiaal Het juiste gereedschap is reeds half werk. Een mes is geen schroevendraaier en een bijl is geen breekijzer. Leer kinderen het materiaal op een correcte en verantwoorde manier gebruiken én laat gebruikt materiaal nooit rondslingeren, want misschien komt het in de verkeerde handen terecht. 2.3. Veilig op tocht Voetgangers alleen of in groep zonder begeleiding OPGELET: Het verkeersreglement geeft geen definitie van een groep of een leider. In tegenstelling tot groepen fietsers, waarvoor het verkeersreglement een minimum aantal deelnemers oplegt, bestaat een dergelijke omschrijving niet voor groepen voetgangers. Kleine groepen voetgangers volgen bij voorkeur de regels voor individuele voetgangers.

Waar moeten we stappen? - Gebruik eerst en vooral de voetpaden, de delen van de openbare weg die voor jou zijn voorbehouden of de begaanbare verhoogde bermen. - Bij gebrek daaraan gebruik je de begaanbare gelijkgrondse bermen. - Zijn deze niet aanwezig, dan mag je de andere delen van de openbare weg gebruiken (parkeerzones, fietspaden,…). - Opgelet: Bij het gebruik van delen van de openbare weg die niet voorbehouden zijn aan voetgangers, moet je steeds voorrang verlenen aan de gewoonlijke weggebruikers: zo moet je als je op het fietspad loopt moet je voorrang verlenen aan fietsers en bromfietsers. Je mag ook op de rijbaan lopen, maar dan moet je zo dicht mogelijk bij de rechterrand ervan blijven (in jouw staprichting). - Autosnelwegen en autowegen zijn verboden terrein voor voetgangers.

Hoe moeten we oversteken?

- Kies een plek uit waar je goed ziet én goed gezien wordt: steek niet over in een bocht, noch op de top van een helling, onder een brug of tussen geparkeerde voertuigen. - Kijk naar alle kanten vanwaar er verkeer kan aankomen. - Ben je in groep en nadert er verkeer zonder dat de groep in één keer kan oversteken, dan moeten degenen die nog moeten oversteken wachten. - Midden op de rijbaan blijven wachten tot een voertuig is voorbijgereden, is helemaal uit den boze. - Steek de rijbaan altijd loodrecht over (nooit schuin), zonder te slenteren, te hollen of te stoppen.

Opgelet: Is er in een omtrek van minder dan 30 meter een oversteekplaats voor voetgangers, dan moet je die gebruiken.

Voetgangers in groep met leiders Het verkeersreglement geeft geen bepaling van het begrip “leider”. Diegene die de leiding van de groep op zich neemt en er verantwoordelijkheid voor draagt, dient bijgevolg als leider te worden beschouwd. De leider moet weten wat de rechten en plichten van een groep zijn, en dient over de nodige veiligheidsuitrusting te beschikken (bijvoorbeeld verlichting en het bordje om aanwijzingen te geven).

Waar moeten we in groep stappen? Groepen die begeleid worden door een leider, volgen de algemene regels voor voetgangers (zie boven). Ze mogen echter ook altijd de rijbaan volgen. De groep loopt dan rechts in de rijrichting en neemt zeker niet meer dan de helft van de rijbaan in beslag. Sinds 1 januari 2004 mogen groepen van 6 of meer personen (leider inbegrepen) ook links op de baan lopen. Zo zie je het aankomende verkeer beter. Je bent dan wel verplicht om achter elkaar te lopen.

Hoe zit het met de verlichting? Tussen het vallen van de avond, het aanbreken van de dag of overdag bij slechte zichtbaarheid, moet de groep die de rijbaan volgt op de volgende manier verlicht zijn: - Als de groep rechts loopt: een wit of geel licht links vooraan, en een rood licht links achteraan. - Als de groep links loopt: een rood licht rechts vooraan, en een wit of geel licht rechts achteraan. - Naargelang de lengte van de rij, moeten op de flanken één of meer gele of witte lichten gedragen worden die in alle richtingen zichtbaar zijn.

Hoe moeten we oversteken in grote groep? Groepen voetgangers vergezeld van een leider moeten zich aan dezelfde regels houden als individuele voetgangers (zie boven). De andere weggebruikers mogen echter niet breken door een groep voetgangers die het oversteken van de rijbaan op een reglementaire wijze is begonnen. Een groep voetgangers onder toezicht van een leider mag dus in één keer het oversteken beëindigen, zelfs wanneer er voertuigen in aantocht zijn. Als het verkeerslicht voor voetgangers echter op rood springt, dan moet het gedeelte van de groep dat op dat ogenblik nog niet begonnen is met oversteken, wachten tot het licht opnieuw groen wordt.

Nog enkele tips - Organiseer je als leider een uitstap, stippel dan vooraf je reisweg uit. Plan een route in een omgeving met zo weinig mogelijk te verwachten risico’s. Vermijd wegen met hoge snelheden en gevaarlijke oversteekplaatsen. Een omweg kan aangewezen zijn, bijvoorbeeld via een voetgangersbrug of -tunnel, jaagpaden, aanbevolen voetgangersroutes enz. - Geef duidelijke instructies bij het begin van de tocht. Maak duidelijke afspraken (vb. we beginnen niet met oversteken alvorens de groep bijeen is). - Bij grote groepen is meer dan één leider noodzakelijk. In de praktijk stellen de leiders zich dan op de rijbaan op om het oversteken te beveiligen. - Als het om een groep kinderen gaat, lopen de oudsten best vooraan en achteraan, zodat ze kunnen waarschuwen voor aankomend verkeer. - Gebruik op tochten steeds fluo-vestjes. Zo wordt je goed gezien zien door de andere weggebruikers.

Met de fiets op tocht Waar moeten we fietsen? Je moet als fietser altijd de fietspaden gebruiken. Sommige fietspaden zijn aangegeven door een verkeersbord. Daarnaast zijn er de gemarkeerde fietspaden, die worden aangegeven door 2 evenwijdige witte onderbroken strepen. Je mag deze enkel rechts in je rijrichting volgen. Bij gebrek aan berijdbare fietspaden volgen fietsers de rijbaan, rechts in de rijrichting. Ze mogen ook de parkeerzones en de gelijkgrondse bermen gebruiken, op voorwaarde dat ze voorrang verlenen aan de weggebruikers die er zich bevinden.

Fietsen in groep? Wanneer je met 15 of meer fietsers bent, kan je ook de regels volgen voor ‘fietsers in groep’. In dit geval heb je meer mogelijkheden, maar moet je ook bepaalde verplichtingen naleven. Let wel: deze mogelijkheden gelden alleen als je werkelijk in één groep blijft. Het gebruik van de fietspaden is dan niet verplicht. Je mag rechts op de rijbaan fietsen en steeds met maximaal 2 naast elkaar. De groep mag hierbij nooit meer dan de helft van de rijbaan innemen.

Fietsen en veiligheid? Fiets je in het donker of is de zichtbaarheid overdag beperkt tot ongeveer 200 meter, dan moet je fietslicht vooraan (wit/geel) en achteraan (rood) branden. Daarenboven moet je fiets voorzien zijn van de nodige reflectoren voor- en achteraan, in de wielen en op de pedalen. Steek je arm uit telkens als je van richting wil veranderen, behalve als dit je veiligheid in het gedrang zou brengen (vb. tramsporen, beschadigd wegdek,…). Is er een oversteekplaats voor fietsers (witte blokken), dan moet je deze gebruiken. Let op: Bij het oprijden van de oversteekplaats heb je geen voorrang op de automobilisten! Begeef je steeds voorzichtig op de oversteekplaats, rekening houdend met de naderende voertuigen. 3. EHBO Hoe goed je ook voorbereid bent, er kan altijd iets mislopen. Een ongevalletje is snel gebeurd. Geen nood want er is een EHBO-koffer aanwezig. Maar is die koffer wel in orde? En…kent er iemand eerste hulp? Eerste hulp is niet moeilijk, maar handelen met kennis van zaken is wel uiterst belangrijk. EHBO kan je leren bij het Rode Kruis of bij ander organisaties. Niet alle leid(st)ers hoeven eerste hulpspecialisten te zijn, maar een basiskennis is zeker geen overbodige luxe. In bijlage vinden jullie de brochure ‘Eerste hulp initiatie voor jeugdleiders’. Hierin vinden jullie alles wat een leid(st)er moet weten van EHBO